Het gaat erg hard op de goudmarkt. Eerst sneuvelde de nominale top van september 2011 ($1.920) en kort daarna was het de beurt aan de psychologische grens van $2.000.
Merk op dat ik het heb over een nominale top, want in reële termen (dus aangepast voor inflatie) is er van een record nog lang geen sprake. Op basis van officiële inflatiecijfers is de $1.920 uit 2011 er nu bijna $2.200 waard. Het record van januari 1980 staat in dollars van vandaag zelfs op $2.750 dollar.
Bovendien is het geen geheim dat de officiële inflatiecijfers door hun meetmethode de werkelijke toename van de levensduurte onderschatten. In koopkrachttermen ligt de top dus nog een stuk hoger.
Dollar onder druk
Hoe dan ook is de nieuwe nominale top in dollar geen verrassing, want eerder had goud al in nagenoeg alle andere wereldvaluta een record bereikt.
Maar waarom dan juist nu? Er spelen verschillende factoren maar een belangrijke is de val van de dollar. De dollarindex piekte in maart nog boven 103 maar is in minder dan vijf maanden teruggevallen naar 93, het laagste niveau in meer dan twee jaar.
De waarde van papieren geld wordt sinds 1971 door niets anders gedekt dan het vertrouwen van al wie consumeert en spaart in deze munt (u en ik dus) dat de koopkracht ervan min of meer op peil blijft. Dit geldt voor alle valuta en dus ook voor de dollar, de wereldreservemunt.
Wanneer dit vertrouwen aangetast wordt, daalt een munt in waarde tegenover andere valuta, maar vooral tegenover reële activa als bijvoorbeeld goud.
Oplopende schuld
De fundamentals van de dollar zijn al langere tijd bar slecht, met oplopende begrotingstekorten en een steeds hogere schuld in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp).
De coronacrisis bracht een en ander in een stroomversnelling. Het balanstotaal van de Federal Reserve is tussen februari en juli opgelopen van $4 biljoen naar $7 biljoen (lees: $7.000 miljard). En het tekort op de begroting zal dit jaar oplopen naar $5 biljoen op een verwacht bbp van ongeveer 22 biljoen. Door alle steunmaatregelen zal de Amerikaanse overheidsschuld in verhouding tot het bbp eind dit jaar naar schatting tussen 120 en 130% uitkomen. Daarmee zou het vorige record van na de Tweede Wereldoorlog overtroffen worden.
De vraag is in hoeverre deze schuld credibel (kredietwaardig) is. Anders gesteld, kan deze schuld ooit worden terugbetaald met de opbrengsten van productieve investeringen?
Ik denk het niet. De tijd van sprookjes is voorbij. De schuld weg inflateren is de enige optie. Dit kan door nog meer schulden aan te gaan en de omloopsnelheid ervan te verhogen. Dit is niet alleen zo voor de dollar, maar voor alle valuta, die op hun beurt in waarde zullen dalen tegenover reële activa.
Negatieve rentevoet
De obligatiemarkt was dank zij vier decennia van dalende rentes een veilige haven voor institutionele beleggers op zoek naar risicodiversificatie voor bijvoorbeeld aandelenbeleggingen. Dit tijdperk loopt stilaan op zijn einde of is zelfs al voorbij. Iets meer dan 60% van alle uitstaande obligatieschulden heeft een nominale rente van minder dan 1% en 86% van minder dan 2%.
Merk ook hier op: dit zijn dus nominale rentes! Wereldwijd noteert 15 biljoen dollar schuld met een negatieve rentevoet. Hoe men het ook wendt of keert, in een omgeving met negatieve reële rentes kom je altijd automatisch bij goud uit.
Zilver
Het herstel van de zilverprijs is nog spectaculairder dan dat van goud. Zilver is een erg kleine illiquide markt, waar manipulatie lange tijd nooit ver weg was. Dit is geen schimmige samenzweringstheorie, maar een bewezen feit. Wie er alles wil van weten moet maar eens googelen op de termen ‘JP Morgan precious metals desk’ en ‘silver fraud’.
Maar ook zonder (of met minder) manipulatie is zilver extreem volatiel. Tijdens de liquiditeitscorrectie van maart daalde de prijs van een troy ounce zilver onder $12, ofwel het laagste niveau sinds 2009. Op het moment dat ik deze tekst schrijf, minder dan vijf maanden later, kost eenzelfde hoeveelheid $28!
Aanbodtekort
De primaire zilvermarkt (aanbod uit mijnproductie min fysieke vraag) is al jarenlang in deficit. De mijnproductie staat onder druk omdat 70% van alle zilver als bijproduct van andere metalen wordt gewonnen en er het voorbije decennium bijzonder weinig werd geïnvesteerd in extra productiecapaciteit.
Het tekort wordt gecompenseerd door bovengrondse voorraden en secundair aanbod (recyclage). Alleen zijn er geen betrouwbare schattingen over die voorraden. Dit maakt dat de investeringsvraag de swing factor is voor zilver. Neemt die een hoge vlucht, in fysiek of via termijncontracten, dan schiet ook de zilverprijs omhoog.
Verschil tussen goud en zilver
Toch nog een belangrijke kanttekening. Zilver wordt vaak in één adem genoemd met goud. Dit is deels terecht en deels ook niet. Het zijn beide edelmetalen. Zilver heeft echter al lang geen monetaire functie meer, maar goud wel. Centrale banken houden namelijk wel goud aan als actief op hun balans, maar geen zilver. In het geval van de ECB gaat het om bijna 10% van het balanstotaal of ruim €600 miljard aan goud.
Wat heeft dit nu voor belang zult u zich misschien afvragen. Wel, veel eigenlijk. Stelt u zich de situatie voor waar de andere activa, namelijk valuta en obligaties, in een systeemcrisis veel minder waard worden. Welk actief schiet er dan nog over om die waardevermindering te compenseren, bijvoorbeeld door een reset van de prijs? Inderdaad, goud (en niet zilver).
Vaak lees je over voorspellingen van meerdere honderden dollars voor een troy ounce zilver. Die zijn dan gebaseerd op een historische goud/zilver ratio van 16. Maar dit cijfer neemt ook de periode van voor 1971 mee, toen de goudprijs vastgelegd was op $35 en nog lager voor 1934. Berekeningen op die basis zijn dus weinig relevant, net als de prijsprognoses die er uit voortvloeien.
Correctie of niet?
Na de klim van de voorbije weken staan alle technische indicatoren voor goud en zilver op overgekocht. Dit hoeft op zich niet te betekenen dat er meteen een correctie zit aan te komen, want een overgekochte situatie kan een langere periode voortduren. Kijk in dit verband bijvoorbeeld naar de vijf aandelen die samen voor meer dan 20% van de S&P500 instaan.
Maar er zijn nog andere alarmsignalen. Vooral in de voorbije weken lopen beurshuizen elkaar voor de voeten met steeds hogere prijsprognoses voor goud en zilver. Hierbij zitten figuren uit de financiële industrie die ik het voorbije decennium nooit iets zinnigs heb horen zeggen over goud en nu ineens positief zijn geworden omdat het momentum er is. Neem van mij aan dat dit ook de eersten zijn die bij de eerste de beste correctie terug van mening gaan veranderen.
Op korte termijn kan het met de goud- en zilverprijzen alle kanten uit. Komt er binnen een week of een maand een zware correctie aan of niet? Ik kan u het antwoord niet geven en niemand kan dat met zekerheid.
Ik weet wel dat (vaak stevige) correcties binnen een opwaartse trend perfect normaal zijn. De kans daarop is in elk geval groter met $2.080 nu dan met $1.780 dollar een maand geleden.
Hedge tegen systeemrisico's
Goud (in fysieke vorm) is geen klassieke investering maar een hedge tegen systeemrisico’s. Dit systeemrisico zal niet ineens verdwijnen. In tegendeel, het zal de komende tijd alleen maar toenemen naarmate ook steeds meer institutionelen in de gaten krijgen hoe de vork in de steel zit en er ook naar gaan handelen.
Of goud nu $2.000, $2.500 of $1.500 noteert, doet op korte termijn niet ter zake. Wie om die reden in goud zit, heeft er meestal ook goed over nagedacht en die zie ik ook niet zo snel in paniek raken bij een correctie.
Voor beleggers die in goud zitten voor een snelle trade is het een ander verhaal. Zij kopen meestal via afgeleide producten en moeten in het geval van hefboomproducten ook rekening houden met stop-losses en dergelijke. Die groep kan ik enkel adviseren om niet tè overmoedig te worden.
Koen Lauwers is onafhankelijk analist.